De Bewogen Naïeveling
als ideaalbeeld voor de theoloog van de toekomst
Pim Brouwer
De afgelopen jaren zijn er sterke veranderingen gaande bij de verschillende theologische opleidingen. Zelf was ik 'de laatste lichting' van de theologische opleiding in Utrecht, waar de universiteit na eeuwenlange historie haar mooiste studie vaarwel zei. En terecht natuurlijk. Wie heeft er nog theologen nodig? Wat heeft het voor zin om mensen op te leiden voor een instituut dat toch enkel als zinkend schip te beschouwen is?
Toch ben ik ontzettend dankbaar dat ik deze studie hier nog heb mogen volgen, en zelfs predikant mocht worden in dezelfde stad. Het pessimisme over de kerk van de naoorlogse generatie deel ik niet. Wellicht ben ik een idealist, maar hoop is wat mij betreft een keuze en begint met een gelovige perceptie van de werkelijkheid.
Wat bedoel ik daar mee? Op een beleidsvergadering van onze kerk stond laatst de zeer negatieve financiële prognose voor de komende jaren op het program. 'Prachtig!', riep ik uit, 'het is dus bijna Paasmorgen'. Ik ben ervan overtuigd dat wij ons beeld van de toekomst diep moeten wortelen in de hoop die de Bijbel ons aandraagt. Ook als deze toekomstvisie als volslagen naïef en onrealistisch gezien wordt door maatschappij en kerkbestuur.
Maar goed, de vraag die voorligt in dit artikel is wat het bouwpakket zou moeten zijn van de theoloog van de toekomst. Bij voorbaat zal ik al zeggen dat er geen enkele grond is voor de adviezen die volgen buiten mijn eigen ervaring en gemijmer. Ik zal geen theologen noemen, noch bronnen citeren. Zo hoop ik uiteindelijk ook in de opzet van dit artikel te voldoen aan het bouwpakket van de 'bewogen naïeveling'. Want dit is wat een theoloog in mijn ogen zou moeten zijn. Theologische opleidingen zouden hier als volgt op in moeten zetten.
1. Onderwijs zelfverkozen en zelfbewuste naïviteit. Eén van de kritieken (onder meer door de beweging Dominee 2.0) die er in de afgelopen jaren op de opleidingen was dat de opleiding studenten opleidde voor een kerk van dertig jaar geleden. Ik denk dat dit een juiste analyse was. Het is van levensbelang dat de theoloog van de toekomst niet wíl weten hoe 'het hoort' in de kerk. Alleen dan ontstaat ruimte om daadwerkelijk te zoeken naar nieuwe vormen van kerk-zijn die toekomst hebben. Naïviteit is overigens niet synoniem aan onwetendheid. Wel is het de voortdurende vooronderstelling dat de zaken anders kunnen liggen dan vermoed wordt. Die naïviteit is zelfbewust en zelfverkozen - ze weigert eenvoudigweg te duiden. Door niet te duiden ontstaat een openheid die de kerk zal verlossen van de dictatuur van het verleden en de toekomst kans biedt door te breken.
2. Doceer een fascinerende, veelkleurige en wereldwijde kerk. Voor mijn huidige beroepspraktijk zie ik mijn bacheloropleiding aan de E.T.F. in Leuven als een groot voordeel. Deze faculteit is niet gelieerd aan een specifieke kerkelijke stroming. Hierdoor worden de studenten blootgesteld aan een rijk boeket van tradities: de anglicaanse, evangelische of orthodox-protestantse tradities en anderen werden naast elkaar behandeld en geëvalueerd. Dit vormde ook mijn liturgische vrijheid om andere dingen uit te proberen, en zette mijn eigen nestgeur op scherp. Het Geneefs Psalter is prachtig - maar heeft niet meer bestaansrecht dan de prachtige ritmische liederen uit de Oromo-cultuur. Mijn generatie groeit op in een wereld waar veelkleurigheid de norm is. Een goed besef van de geschiedenis scherpt de duiding van huidige ontwikkelingen en helpt om alle klein-kerkelijkheid weg te lachen. Gods wereld is vele malen groter dan het 'verlichte' West-Europa. Dit mag ook blijken in hoe wij ons kerk-zijn vormgeven. De theoloog van de toekomst moet leren alle rationalistische 'blanke' vooronderstellingen te bekritiseren, en de veelkleurigheid van Gods kerk te omarmen.
3. Laat veeltaligheid een kerncompetentie zijn. Op theologische opleidingen maken Grieks en Hebreeuws standaard deel uit van het curriculum. Maar laat het daar niet bij blijven. Leer studenten de taal te spreken van seculieren en agnosten, jongeren en ouderen, hoogopgeleiden en drop-outs, mannen en vrouwen, twijfelaars en heiligen, managers en straatvegers, allochtonen en autochtonen, hoog-liturgische gemeenschappen en pioniersplekken. Als theoloog is veeltaligheid een onmisbare eigenschap. Vanaf het vroegste begin van de kerk vertaalde men het evangelie naar de lokale bevolking. Deze voortgaande hermeneutiek ligt diep aan het hart van het evangelie: God is de God van alle volken. Laat dit ook blijken aan wat studenten wordt meegegeven.
4. Faciliteer geloofsgroei. In het bouwpakket van de theoloog van de toekomst mag een diepgeworteld geloof niet ontbreken. Een ongelovige theoloog is een slechte theoloog. Begrijp me niet verkeerd: ik bedoel niet dat de theoloog een heilige moet zijn zonder twijfels. Aan die definitie voldoet vrijwel niemand. Maar laat alle twijfel en al het zoeken wortelen in de overtuiging zijn dat God te vinden is. Laat de theoloog van de toekomst staan voor zijn of haar eigen zoektocht. De huidige maatschappij kent geen waarheden meer, maar verheft authenticiteit tot een heilig doel. Geloof en persoon zijn diep verbonden - theologie ís biografie. Wees dus trots op het evangelie, hoe wereldvreemd het ook lijkt. Haar waarde zal slechts beoordeeld worden op de authenticiteit waarmee jij haar uitleeft. Opleidingen moeten veel meer hierop inzetten. Hoe? Wellicht zijn persoonlijk mentoraat en gebedsgroepen een goed beginpunt.
Heb lief. Het succes van de theoloog van de toekomst valt of staat met liefde.Aan deze vier adviezen moet ik nog (clichématig) een vijfde toevoegen: Heb lief. Het succes van de theoloog van de toekomst valt of staat met liefde. Laat de theoloog van de toekomst dus bovenal liefdevol zijn. Vol liefde voor Gods Woord, het vak, de gemeenschap die hij/zij dient en de maatschappij waarin hij zich beweegt. Voor mij zijn de woorden van het klassieke protestantse bevestigingsformulier hierin steeds leidend: Herinner u steeds in dankbaarheid dat het Christus' eigen kudde is die u wordt toevertrouwd. In dat ontzag mag de theoloog van de toekomst werken, welke vorm de kudde ook aanneemt. Gods kerk bestaat al 2000 jaar, en zal ook ons overleven. Het is een onnoemelijk voorrecht om daar als bewogen naïeveling heel even aan mee te mogen bouwen.